Nieuws
Het is een goed jaar voor de kerkuilen
Het is een goed jaar voor de kerkuilen, merkt Henk Boxma uit Zeijen op. Hij ringt de jongen in de omgeving van Assen, en dat zijn er dit jaar meer dan de jaren ervoor.
Henk heeft al 53 jongen geteld in de omgeving van Assen. En op het moment van tellen moet hij nog een aantal nestkasten bezoeken. In een ervan waren maar liefst negen eieren gelegd. Een groot verschil met het totaal van tien jongen dat hij vorige zomer noteerde. Het aantal kerkuilen hangt samen met de hoeveelheid muizen. Een slecht muizenjaar betekent ook minder jongen bij de kerkuilen. Koude winters zijn daarnaast ook funest. Ook al is het een goed jaar, Boxma houdt een slag om de arm. "Het gaat nooit goed genoeg", zegt hij. "Ze komen uit een heel diep dal, maar je ziet dat het een redelijk stabiele populatie is dit moment." et diepe dal was midden jaren zestig van de vorige eeuw, toen er bijna geen kerkuil meer in Nederland te vinden was. Landbouwgif, koude winters en minder geschikt leefgebied waren de oorzaken. Dankzij vrijwilligers kwam de kerkuil er weer bovenop: er werd geëxperimenteerd met nestkasten en dat had goede resultaten. Ook boeren hielpen mee door nestgelegenheid te maken en het leefgebied te verbeteren.
Om de stand van de kerkuilen goed in de gaten te houden worden de jongen door onder andere Boxma gewogen, gemeten en geringd. Hij is hiervoor opgeleid en heeft een vergunning. Drie jaar ringt hij nu zelfstandig, daarvoor was hij twee jaar aspirant-ringer bij vogelringer Erwin Bruulsema. Tijdens het ringen vertelt Boxma graag meer over de vogels. Buren en andere belangstellenden zijn welkom om mee te kijken, terwijl Boxma uitleg geeft over het ringen, maar ook over het leven van de kerkuilen.
Bekijk in deze reportage hoe de pluizige jonge kerkuilen worden geringd: