Nieuws
Kort overdwars 14, een cursiefje door Els Windau
Schrijven in de kroeg
Ze, schrijvers die al een boek af hebben en schrijfdocenten, zeggen dat je soms ergens anders moet gaan zitten schrijven. Op een andere plek dan je eigen schrijfhok. Dat schijnt nieuwe inspiratie en verrassende inzichten te geven. Daar zit ik dan op woensdagmiddag bij Hingstman. Op zo’n echte bruine kroeg stoel, zo’n stoel die nooit een schoonheidsprijs zal winnen. Er is zeer goed over nagedacht door de ontwerpers, je blijft zitten om dat hij zo heerlijk zit en je neemt nog een biertje of kop koffie. Dat vinden de kroegbazen fijn. Ik zit voor het raam met uitzicht op de brink. Buiten is het duister en druilerig weer, binnen behaaglijk. Mijn schrijfblok ligt voor me, pen in de hand en op tafel een lekker kopje koffie. Ik bedenk dat je als uitbater van een dorpskroeg als deze, meer hoort dan je eigenlijk wilt weten. Je ziet - vaak eerder dan de betrokkenen zelf - relaties ontstaan, huwelijken kapotgaan en je bent de eerste die weet dat iemand een alcoholprobleem heeft. Wat doe je dan als café-eigenaar? Beetje vaag bevestigend hummen, onduidelijk nee schudden? Precies zeggen hoe je erover denkt? Ik realiseer me ineens wat een belangrijke sociale functie Henk en Janneke Hingstman in Zeijen hebben. Die middag schrijf ik de basis voor deze overpeinzingen en het verhaaltje over het padtie op de brink. Het klopt van die inspiratie en inzichten. Op de plek waar het dorp samenkomt, vertelt het zich vanzelf.