En ook op Zeijerveld was het tijd voor beschuit met muisjes. Bij Alie en Rikus hebben de kerkuilen dit jaar drie jongen grootgebracht uit een legsel van 5 eieren.

Ook deze jongen worden weer voorzien van een ring met een uniek nummer. Wordt de vogel later teruggevonden dan valt daar veel van te leren. Hoe oud is hij geworden, waar is hij naar toe getrokken, en meer van dat soort zaken.  Door de vleugellengte van de jongen te meten kunnen we bepalen hoe oud ze zijn. Ook het gewicht wordt gemeten zodat er een beeld van de gezondheid van het jong te krijgen is.

Tenslotte wordt ook nog het geslacht bepaald. Uit statistisch onderzoek is gebleken dat het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is te zien aan het laatste streepje op de handpennen 10 en 8 (de laatste resp. twee na laatste veer van de vleugel). Het oudste jong met een mooie donkere tekening blijkt na meten van de vleugellengte precies 7 weken (49 dagen) oud en is een vrouwtje. De twee jongsten, nog echte pluizenbollen, zijn respectievelijk 44 en 40 dagen oud. De middelste is een mannetje en van de jongste zijn de veren nog niet voldoende gegroeid om het geslacht vast te kunnen stellen. Alle jongen zijn mooi op gewicht.

Het mobiele consultatiebureau is weer tevreden… Na het ringen was er nog even tijd om de jongen goed te bekijken, even vast te houden en te fotograferen voordat ze weer in de broedkast zijn teruggeplaatst.

Tot nu toe zijn er in de regio 12 jongen geringd, maar het is nog relatief vroeg in het seizoen dus conclusies zijn nog niet te trekken. Het lijkt een gemiddeld kerkuilenjaar te worden. Klik op meer voor alle foto's.