|
Vrijheid,
‘Leven zonder vrees, zonder gebrek, in vrijheid kunnen spreken, je mening uiten en zelf een keuze maken of en hoe je gelooft.’ Dit is wat de Amerikaanse president Roosevelt mensen toewenste tijdens zijn State of the Union toespraak in 1941.
Vrijheid vind ik inhoudelijk zo’n groot woord, een utopisch en abstract begrip. Vrijheid kan zoveel betekenen. In het klein, mijn persoonlijke vrijheid binnen mijn eigen familie en in het groot, de vrijheid voor iedereen op de wereld om een eigen mening te hebben. Mensen denken zo verschillend over wat vrijheid is. De een denkt dat je onbelemmerd alles kan zeggen wat je wilt of denkt. Ik vind dat vrijheid de tegenstelling van beperking in zich heeft. Met de vrijheid van de een, houdt de vrijheid van een ander op. Als een groep mens de vrijheid neemt om te zeggen dat er maar een god bestaat, ontnemen zij de rest van de mensen de vrijheid om in andere goden te geloven. Bij in vrijheid spreken, horen nog een paar begrenzende regels. Zoals ‘met respect voor een ander’, ‘accepteren dat sommige mensen iets anders willen of denken’ en ‘zorgen dat jouw vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van een ander niet schaadt’.
Om vrijuit te kunnen zeggen wat ik denk moet ik zonder angst kunnen leven, geen gebrek aan eten of onderdak hebben, zelf kunnen kiezen en kunnen geloven wat ik wel en niet wil geloven. Het zijn geen verschillende vrijheden, maar de basis om in vrijheid te kunnen spreken. Als ik niet bang hoeft te zijn voor represailles hoef ik mijn woorden niet meer op een goudschaaltje te leggen. Als ik geen honger of dorst meer hebt, een veilig thuis hebt en genoeg middelen om van te leven, pas dan kan ik een onafhankelijke mening vormen. Als ik zelf mijn politieke richting mag kiezen en geloven wat ik wil, kan ik dit in vrijheid uitspreken.
Tussen de toespraak van president Roosevelt in 1941 en nu is er niet zo veel veranderd. Er worden nog steeds mensen gediscrimineerd, opgesloten, gemarteld en vermoord om hoe ze leven en hoe ze eruitzien. Om hun ideeën, geloof en wat ze uitspreken. Er worden nog steeds smerige oorlogen uitgevochten over de hoofden van onschuldige kinderen, vrouwen en mannen. Oorlogen om het geloof, de macht en de middelen.
‘Leven zonder vrees, zonder gebrek, in vrijheid kunnen spreken, je mening uiten en zelf een keuze maken of en hoe je gelooft.’ Dit is wat de wij allemaal iedere wereldburger moeten blijven toewensen. Vandaag, morgen, overmorgen en altijd. Niet alleen toewensen, wij moeten dit eindelijk ook eens zien te realiseren.
|
|