Nieuws

Pingo's

Dat we in een mooie omgeving wonen weten we natuurlijk wel. En ook dat dit historisch en archeologisch een hele interessante omgeving is weten we wel. Toch is er ook nog steeds heel veel onbekend in onze mooie omgeving. Zo is het Landschapsbeheer Drenthe dit jaar een project opgestart naar zogenaamde pingoruïnes.
Een pingoruïne is een overblijfsel vanuit de laatste ijstijd die heel bepalend is geworden voor de vorming van Drenthe.
Op Wikipedia staat het volgende: "Een pingo (Inuktitut voor kleine heuvel) is een bolvormige heuvel die ontstaat in een gebied met permafrost waar door het uitzetten van bevroren / bevriezend grondwater (hydrostatische druk) een laag bevroren grond wordt opgetild.
De kern van een pingo, die soms nauwelijks kleiner is dan de totale pingo zelf, bestaat uit een lensvormig lichaam van zuiver ijs. Pingo's worden tot 90 meter hoog met een doorsnede van soms meer dan 2 kilometer en zijn meestal rond of ovaal van vorm.
Hedendaagse pingo's komen voor in continentale toendra's en bevinden zich overwegend tussen 65 en 75 graden noorderbreedte. Door het scheuren van de bovenlaag wordt de ijslaag blootgesteld aan de zon en dan kan een krater of meer ontstaan. Als het klimaat warmer wordt, bijvoorbeeld aan het einde van een ijstijd, blijft van een pingo een cirkelvormig meer of krater over die pingoruïne wordt genoemd. Veel pingoruïnes worden na het afsmelten van het ijs langzaam opgevuld met veen. Dit opvullen kan vele duizenden jaren in beslag nemen. Doordat in het water in pingoruïnes veel pollen en zaden van planten terechtkomen, wordt in het veen informatie opgeslagen over de vegetatie. Deze informatie kan gebruikt worden om het klimaat dat tijdens de opvulling heerste te reconstrueren."
LEES VERDER onder MEER>>
Op basis van luchtfoto’s zijn er gigantisch veel potentiële pingoruïnes in Drenthe gevonden. Landschapsbeheer Drenthe is nu een project gestart om zoveel mogelijk van deze vennen te onderzoeken om zo vast te stellen of het echt een pingoruïne betreft of dat het een door verstuiving ontstaan vennetje is. Dit wordt gedaan door archeologisch onderzoek, maar ook door te luisteren naar verhalen die er in de gemeenschap over de vennetjes worden verteld. 

In het kader van de week van het landschap die in de herfstvakantie plaats vond is er rondom Zeijen op een tweetal plekken onderzoek gedaan door Landschapsbeheer Drenthe en een aantal vrijwilligers uit Groningen en Drenthe. Ook vanuit de werkgroep Zeijerwiek hebben we met een aantal mensen meegewerkt want alle vennetjes (en nog meer) in ons werkgebied zijn potentieel pingoruïnes. 

Dit onderzoek is uitgevoerd door het doen van boringen. Door de wijze waarop een pingoruïne is ontstaan kan door te boren en de grond die naar boven komt te analyseren worden vastgesteld hoe diep en hoe oud het ven is. Een pingoruïne is veel dieper dan een door verstuiving ontstaan ven en ook de veenlaag moet aan bepaalde specificaties voldoen. Door de groep vrijwilligers is zaterdag 22 oktober geboord op een plek in de Zeijerstrubben (het Holtiensveen) en in het Bollenveen. Uit de boringen bleek dat het in beide gevallen niet om een pingoruïne gaat. Dat doet natuurlijk niets af aan hoe mooi en waardevol de veentjes zijn. Ondanks dit resultaat was het een leuke en leerzame dag.

Mochten er in Zeijen mensen zijn die verhalen weten over veentjes in de omgeving, bijvoorbeeld over vondsten die er vroeger door ouders of grootouders zijn gedaan, meld ze dan bij ondergetekende. In de nabije toekomst zullen we zeker op meer plekken in de omgeving nog nader onderzoek gaan doen.
 29-10-2016
 Henk Boxma / Erna

pagina terug