|
Knuffelagent,
De fiets van mijn zoon was gestolen, hij had de sleutels in het kettingslot van de andere gezinsfiets voor de deur laten zitten. Hij deed meteen aangifte van diefstal op het politiebureau. De fiets was vrij nieuw en de fijnste die hij ooit gehad had. ‘Eigen schuld, maar ik was meteen helemaal van slag’ belde hij mij. Een paar dagen later liep hij met collega’s in de pauze te wandelen, toen hij ineens zijn fiets tegen een huis zag staan, op slot. Een klein wonder, want zijn werk is kilometers verwijderd van zijn huisadres. De collega’s wilde wachten totdat de dief kwam en dan zouden ze hem weleens… Tom had zoiets van oppakken en wegwezen. Hij belde zijn vrouw en die kwam met de reservesleutel. Als je aangifte hebt gedaan van diefstal en je hebt je eigendom weer terug moet je zo snel mogelijk de aangifte weer intrekken, anders denken ze dat je op een gestolen fiets rijdt. Formeel gezien had hij de politie moeten bellen toen hij zijn rijwiel zag staan, ‘maar ik had hetzelfde als u gedaan’, zei de bureauagente later. En zo spraken ze af om op woensdagmiddag naar het politiebureau te gaan. Benjamin mocht met zijn papa mee. De hele ochtend had hij zich al verheugd op dit uitstapje. Onderweg vertelde hij zijn vader dat hij een knuffel van de politie wilde. Nadat Tom alles had geregeld, zei hij tegen de vrouw achter de balie: ‘Het is misschien wel een gekke vraag, maar mijn zoontje wil graag een knuffel van de politie.’ Dat was geen probleem, de medewerkster kwam met een knuffelbeest en een kleurplaat vanachter de balie vandaan. ‘Dat bedoelde hij niet, hij wil graag een echte knuffel.’ De vrouw aarzelde geen moment, ze knuffelde Benjamin. Maar het ventje van drie was nog niet tevreden, hij bedoelde heel wat anders: ‘Ik wil een knuffel van een agent die uit een politieauto stapt’. Hij wilde er een met een pet en een politiepak aan, niet zo’n gewone mevrouw achter de balie. Dat kon geregeld worden. Er werd een echte politieagent opgetrommeld, eentje met handboeien, pet en een pistool, hij gaf mijn kleinzoon een dikke pakkerd. Helemaal gelukkig zat hij achterop de fiets naar huis. Ik zag het voor me hoe zijn vader met een grote glimlach op zijn gezicht fietste en luisterde naar het enthousiast kletsende mannetje achter hem. Toen ik het verhaal hoorde, bedacht ik dat ik de gesprekken, na dit gebeuren, op het politiebureau graag had willen afluisteren. Zo’n ontwapenend jongetje die de politie als zijn allerbeste vriend ziet, dat zijn de gebeurtenissen die het werken met mensen zo leuk maakt.
|
|