|
Stadskinderen versus dorpskinderen
Mijn drie Haagse kleinkinderen zie ik in de grote stad opgroeien. In Zeijen maak ik mee hoe de dorpskinderen groot worden. Zijn ze anders? Ik denk van wel. In wat verschillen deze kinderen? ...Mijn kleinkinderen zijn veel later buiten gaan spelen dan de kinderen in ons dorp dat doen. Gelukkig hebben ze een kleine stadstuin, anders kunnen Evie, Felix en Benjamin nooit buiten spelen. Naar het speeltuintje - aan het einde van de lange straat waar ze wonen - gaan ze alleen maar met mijn zoon of hun moeder. Vreemde figuren, drugs in de bosjes, maar ook heeft de speeltuin een opening aan een drukke weg. Er spelen kinderen van alle leeftijden, er zijn ouders bij, maar ze kennen elkaar niet. Er mist een vorm van sociale betrokkenheid. ...Hier, in het dorp , zie je ze met vier jaar al in hun eentje aan de wandel gaan of op hun fietsjes met zijwieltjes door de straten crossen. Soms weet je als dorpsbewoner dat ze te ver van huis zijn, maar dan is er altijd wel iemand die ze even thuis brengt. In een dorp let je op andermans kinderen. Dorpskinderen kennen elkaar vrijwel allemaal omdat er maar één school is, oudere kinderen letten op de kleintjes en spelen met elkaar. ...Fietsen is helemaal een gevaarlijke onderneming in de stad. In Den Haag zie je 's morgens ouders met bakfietsen vol kinderen door het drukke verkeer worstelen. Dat is veiliger dan ze zelf te laten fietsen. Kleindochter Evie is negen jaar oud, ze fietst onder begeleiding van haar vader naar school. Ze moeten een onveilige en niet overzichtelijke kruising over met stoplichten. Als stadskind moet je namelijk goed weten dat automobilisten zich daar niet altijd aan houden. Fietslicht op groen, dan moet je nog twee keer kijken om ongeschonden aan de overkant te komen. Terwijl we hier in het dorp nog niet eens een zebrapad hebben en de kinderen al alleen naar school fietsen als ze amper in groep 3 zitten. Natuurlijk moeten ze hier ook met het verkeer leren omgaan en is het op de Reeërweg best gevaarlijk. Maar het is niet te vergelijken met het verkeer in de grote stad. ...Er is wel eens onderzoek naar gedaan en uit dat onderzoek blijkt dat stadskinderen minder bewegen dan plattelandskinderen. Ik zie mijn kleinkinderen geen hutten bouwen, door het bos rauzen en in modderplassen spelen. Dat soort beweging krijgen ze alleen op zaterdag in clubverband, bij de scouting. In Zeijen is er voor kinderen elke dag wel iets spannends te doen in de natuur, voor hen is het vanzelfsprekend. ...Ik zie wel degelijk verschil!
|
|