Nieuws
Column van Els Windau 4
Onze tuin Toen we net in Zeijen woonden, dacht ik altijd dat we de allerkleinste tuin van het dorp hadden. Dat is niet zo, maar het blijft een vrij kleine en besloten tuin. Het leuke is, dat er heel veel in te zien is. Er woont een egel onder de varens, een paar padden en kikkers in het houthok en soms zie ik een veldmuisje wegschieten. Het hele jaar door, barst het er van de vogels. Merels, houtduiven, boomkruipers en boomklevers. En de roodborstjes en de mussen niet te vergeten. 'Prrrrrrt', klinkt het opvliegen van zo'n groepje mussen. Er zijn altijd veel mezen. Koolmezen, pimpelmeesjes en in de winter komt er vaak een groepje staartmezen pinda's eten. Het kwettert, fluit en twittert en hoewel ik slecht tegen veel geluid kan, heb ik dáár nooit last van. Op zomeravonden vangen zwaluwen insecten in de lucht boven onze tuin en als het gaat schemeren komen de vleermuizen dat overnemen. In het voorjaar nestelen er allerlei vogels. In de heg probeert een merel ieder jaar maar weer een nest groot te brengen. Dat lukt haar niet altijd met al die katten in de buurt. Terwijl onze hond Bincky al die nesten met verve verdedigt en de katten de tuin uitjaagt. In één van de vogelhuisjes tegen de schuur broedt al jaren een pimpelmeesje. We kunnen uren genieten van het drukke heen en weer gevlieg, als de ouders hun jongen te voeren. Een spreeuwenechtpaar schuift elk jaar de dakpannen van de buren opzij, zij brengen met veel kabaal hun kuikens groot aan de rand van de dakgoot. We hebben al eens een weinig voorkomende vogel in de tuin gehad, de grauwe vliegenvanger. De naam zegt het al een beetje, ze valt niet op met haar grauwgrijze kleur. Iets kleiner dan een mus. In 2006 had ze een nestje. Dit vogeltje broedt in 'halve holen, vaak aan gebouwen', schrijft de vogelgids. Bij ons had ze een nestje gemaakt in een oud broodmandje dat tegen de tuinmuur hing. Knap gebouwd, zodat ze er niet uitkukelen. Op het moment dat ik dit stukje schrijf, hangt er een grote bonte specht aan de pindakaaspot bij de schuur. Het is het eerste jaar dat deze prachtige vogel in onze tuin komt. Ik hoorde hem wel al een tijdje 'tokken' op het schoolbrinkje in onze straat. Onze tuin is klein, fijn en een natuurgebiedje op zich. |